In een arrest van 2 april 2020 bevestigt het Europees Hof van Justitie het principe van de loyale samenwerking inzake meegedeelde A1-formulieren. De nationale rechter van de ontvangende lidstaat kan, conform het eerdere arrest ALTUN dd. 6 februari 2018, de door het bevoegde orgaan van de zendstaat afgeleverde A1-verklaring niet naast zich neerleggen tenzij wanneer (i) door het bevoegde orgaan van de ontvangststaat een met concrete gegevens gestaafd verzoek tot heroverweging en intrekking aan het bevoegde orgaan van de zendstaat werd overgemaakt en (ii) het bevoegde orgaan van de zendstaat vervolgens nalaat een onderzoek te verrichten of verzuimt binnen een redelijke termijn een standpunt in te nemen. Louter wanneer aan voornoemde cumulatieve voorwaarden is voldaan, kan door een nationale rechter fraude worden vastgesteld.
Lees hier de integrale bijdrage.